1. Wie wil je bereiken?
De basis van elke vorm van marketing is de doelgroep, ook in pre-productie. Zij hebben een behoefte die jij probeert in te vullen. In dit geval doe je dat met een video. Lijn duidelijk af wie je doelgroep is. De manier van communiceren richting volwassenen verschilt bijvoorbeeld van de manier waarop je kinderen benadert.
Benoem ook het pijnpunt van je doelgroep dat je wilt belichten in je video. Op die manier kan je later heel gericht nadenken over je video, de boodschap en de call-to-action.
Idealiter stel je een ‘buyer persona’ op. Een denkbeeldig persoon die je wilt bereiken.
Je schrijft uit wat hij doet, wie hij is, waar hij zich in de koopfase bevindt.
Op welke social media zit die? Op welke momenten? Op welke uren?
Is jouw doelgroep voor deze video een eindklant? Of een professionele partner? Zit die tijdens de werkuren of na de werkuren op zijn social media platformen? Op welke platformen? En in welke tone-of-voice wilt die daar aangesproken worden?
2. Wat wil je bereiken?
Je weet nu wie je wilt bereiken (doelgroep) en wat hun pijnpunt is. Maar welke doelstelling ga je daaraan koppelen? Welke actie moeten de kijkers ondernemen nadat ze je nieuwe video gezien hebben?
Is het winter en verkoop jij neussprays? Dan is de kans groot dat je een video wilt produceren om verkouden mensen te informeren over je product, om op die manier meer verkoop te realiseren. Is het zomer en wil je barbecues aansmeren, dan kom je best zo aantrekkelijk mogelijk over met een leuke sfeervideo waar het water je van in de mond loopt.
Focus je bij voorkeur op 1 doelstelling en maak die doelstelling zo specifiek mogelijk.
3. Welke boodschap wil je overbrengen?
Op basis van je doelgroep, hun behoeftes en de vooropgestelde doelstelling(en) creëer je een zekere boodschap die je wilt overbrengen.
Stel dat je smartphones produceert en verkoopt. Je ontwikkelt een nieuw model dat je met een videocampagne wilt lanceren.
De boodschap van je eerste filmpje draait meer rond sfeerbeelden waarin je kijkers de nieuwe smartphone in werking zien. Hier en daar belicht je bepaalde kenmerken van de smartphone om interesse op te wekken.
Het tweede filmpje daarentegen richt zich meer op zij die de smartphone al kochten. In dat filmpje toon je de ins and outs van de revolutionaire camera van het toestel. Zo wil je je klanten helpen met je product efficiënt te gebruiken.
Beide video’s draaien rond hetzelfde product. Wat verschilt is:
De fase waarin de doelgroep zich bevindt (prospecten vs. klanten)
De behoeftes van de doelgroep (nieuwe smartphone nodig vs. leren omgaan met de camera)
De doelstelling die je wilt bereiken (bewustzijn vs. productkennis)
Een heel andere boodschap dus!
4. Welke call-to-action gebruik je?
Afhankelijk van de doelstelling ga je verschillende calls-to-action hanteren in je video’s. Om dat te illustreren, kijken we even naar de voorbeelden uit het vorige deel.
De eerste video draait rond bewustzijn. Je wilt de interesse van potentiële klanten wekken. Zo’n video kan je perfect afsluiten met: ‘Ontdek deze smartphone op website.com’ of ‘Ga nu naar je dichtstbijzijnde Brand Store’. Op die manier stimuleer je actie die leidt tot een verkoop.
Het tweede filmpje focust zich niet op verkoop, maar op productkennis. Je leert je doelgroep omgaan met je toestel. Die video sluit je niet af met ‘Koop nu!’. Hier kan je gebruik maken van user generated content en een wedstrijd creëren. In dat geval zou de call-to-action zijn: ‘Een prachtige foto getrokken? Deel ze op Instagram met de hashtag ‘hashtag’ en maak kans op deze prachtige prijs’.
5. Bepaal het type video
Je hebt ondertussen een redelijk compleet beeld van wat je op welke manier wilt vertellen aan wie, en welke resultaten je wilt behalen. Op basis van die informatie is het nu tijd om te kiezen welk type video je daarvoor wilt inzetten.
Werk je voor een medisch instituut dat een video wilt maken waarin je uitlegt hoe het griepvirus werkt? Dat gaat moeilijk in een ‘normale’ video. Met een 2D-video kan je heel gemakkelijk cellen, virussen en medicatie visualiseren.
Of misschien wil je wel een verslag maken van een evenement dat je bedrijf organiseert. In dat geval kan live video een interessante videovorm zijn voor jou.
6. Bepaal locaties en attributen
Denk vooraf goed na over waar je wilt opnemen en welke attributen je wilt inzetten.
Wat locatie betreft moet je met heel wat zaken rekening houden.
Denk dan aan:
Is het een externe locatie die je moet boeken? Wees er dan zeker op tijd bij.
Mag je daar wel opnames maken? Een drone video is bijvoorbeeld verboden aan het Atomium.
Is er omgevingsgeluid op je gewenste locatie? Verstoort dat geluid je video of niet?
Zijn er veel passanten? Niet iedereen wilt ongevraagd met zijn gezicht in een willekeurige video verschijnen.
Kies je voor een binnen- of buitenlocatie? Binnen is meestal beter, tenzij je concept vraagt om een buitenlocatie. Binnenlocaties zijn dan ook beter controleerbaar.
Wat attributen betreft moet je nagaan of je alles zelf in je bezit hebt. Maar soms komt het voor dat je bepaalde attributen niet in je bezit hebt. In die gevallen moet je tijdig op zoek gaan naar attributen die je kunt huren.
7. Cast acteurs
Acteurs maken meestal deel uit van een video. Wat dit stuk van pre-productie betreft, moet je je vooral afvragen of je professionele acteurs nodig hebt of dat je eigen personeel volstaat.
Eigen werknemers komen authentieker en herkenbaarder over. Het geeft een gezicht aan je bedrijf. Maar eigen werknemers hebben natuurlijk geen professionele acteercarrière, waardoor de prestaties vaak minder vlot en soms zelfs gemaakt zijn. Daarnaast kan een werknemer die vandaag een rol speelt in een video een jaar later ontslag nemen. Als die werknemer dan geen toestemming geeft om zijn gezicht te gebruiken in je video, zit je met een onbruikbaar deel van je video.
De keuze tussen echte acteurs en eigen personeel is meestal gebaseerd op het soort video dat je maakt. Maak je een video waarin je de laatste nieuwe oogschaduw promoot? Kies dan voor een ervaren model. Maar het kan net zo goed zijn dat je een bedrijfsvideo opneemt. In dat geval zijn eigen werknemers vaak de betere keuze. Social media draait om social interactie. Een potentiële klant ziet graag met wie hij in zee gaat.
8. Schrijf een script
Je hebt nu alle informatie om aan een script te beginnen. In een script lijn je uit wat er op welk moment van de video gebeurt. Dan hebben we het over wie wat zal zeggen, en wat de kijker ziet en hoort voor elk deel van je video. Integreer locaties en attributen zodat iedereen weet waar het script zich afspeelt en welke attributen ze wanneer moeten inzetten.
Maak een eerste versie en laat die nalezen door enkele collega’s, maar ook door het videoproductiebedrijf indien je daarmee samenwerkt. Zij kunnen je nuttige feedback leveren over je script, waardoor je video uiteindelijk beter zal zijn.
Onderschat het script niet! Hoe specifieker en completer je een script aflevert, hoe duidelijker je de briefing uiteindelijk kunt maken. Een vaag script laat (te) veel ruimte over voor interpretatie, waardoor creatieve misverstanden kunnen ontstaan.
9. Creëer een strakke planning
Door een strakke planning te creëren, verzeker je de tijdige levering van je finale video.
Creëer een kalender van de belangrijkste dagen zoals:
Draaidagen
Post-productiedagen (eventueel af te stemmen met videoproductiebedrijf)
Uurplanning van de draaidagen (scènes & locaties)
Planning van alle acteurs (wie moet waar zijn en wanneer?)
Logistieke planning (ook eetmomenten op draaidagen)
Hoe duidelijker de planning is, hoe minder verwarring er zal ontstaan.
10. Maak een duidelijke briefing
De briefing is een uit de kluiten gewassen document waar alle vorige puntjes samenkomen. Je geeft iedereen een gedetailleerde presentatie over de basis (zoals doelgroep) en doelstellingen (zoals het finale script).
Deze briefing vertrekt uiteindelijk naar de crew en de postproductie. Zo kunnen zij tijdens productie en post-productie snel en efficiënt te werk gaan.
Let's talk
Vous recevrez une réponse dans les 48 heures. À très vite !
